Cameradetectie motten maakt effectiever ingrijpen tegen rupsen mogelijk
Dirk-Jan Oudijk, Aron Boerefijn en Bram Tijmons.
Camera’s helpen bij vroegtijdige signalering van motten.
Telers hebben meer en meer moeite met de rupsenbestrijding. Zij zijn namelijk sterk afhankelijk van contactmiddelen en Bt-middelen die rupsen door vraat moeten innemen. Vroegtijdige signalering van motten is nodig om jonge rupsen gericht te kunnen bestrijden. Camera’s helpen daarbij, vertellen gerberateler Dirk-Jan Oudijk en gewasbeschermingsexpert Erik Mooij aan Bram Tijmons (PATS) en Aron Boerefijn (Certis Belchim).
Vroegtijdig waarnemen is essentieel om plagen op het juiste moment te kunnen aanpakken. Vanuit die gedachte ontwikkelde drone-startup PATS het PATS-C scouting concept. Enkele op strategische plaatsen opgehangen infraroodcamera’s houden een kas 24/7 in de gaten. Zij signaleren en herkennen motten en andere insecten (mits niet te klein) zodra zij het luchtruim kiezen. “Het is een mooie aanvulling op actief scouten in het gewas en op het tellen van insecten op vangplaten, in feromoonvallen en bij vanglampen”, legt geestelijk vader en ceo Bram Tijmons uit.
“Hoe eerder je motten waarneemt, des te effectiever je de rupsen kunt bestrijden”, vult technisch adviseur Aron Boerefijn van Certis Belchim aan. “Dat geldt zeker voor middelen op basis van Bacillus thuringiensis, de bekende Bt’s.”
Jaarrond motten
Gerberateler Dirk-Jan Oudijk van Jac. Oudijk Gerbera’s in Moerkapelle bevestigt de waarde van vroege waarneming. De vier PATS-C camera’s die hij in twee kassen liet installeren, hebben er toe geleid dat Turkse mot en Duponchelia tot wel twee weken eerder worden gesignaleerd dan via de andere scoutingmethoden.
“Turkse mot is nu jaarrond aanwezig”, zegt de teler. “In januari was de druk erg laag, maar het komt en gaat in golven. Het lukt nauwelijks meer om de kas in het najaar schoon te krijgen. Dat ligt niet alleen aan het verdwijnen van Steward. Ook de overgang van SON-T naar hybridebelichting met hogere lichtniveaus en een hogere etmaaltemperatuur spelen motten in de kaart. Je moet heel goed monitoren en een slimme strategie kiezen om ze de baas te blijven.”
Strategie
Over de aard van die strategie bestaat weinig twijfel. Boerefijn: “Zoek na de eerste waarnemingen bevestiging in het gewas (ei-afzettingen), wacht tot de eieren uitkomen en pak de jonge rupsjes dan direct aan met de juiste (combinatie van) middelen. Belangrijk is ook om de bestrijding vol te houden zolang dat wenselijk is en daarbij verschillende middelen toe te passen.”
“Sinds we de camera’s hebben – nu zo’n 1,5 jaar – en ze deel uitmaken van ons scoutingsysteem, hebben we de mottenpopulaties scherper in het vizier”, vervolgt Oudijk. “Motten zijn ’s nachts actief en op de camerabeelden zie je ze dan duidelijk vliegen. Het hoeven er maar een paar te zijn die aan de wieg staan van een omvangrijke plaag. Overdag zie je ze nauwelijks en vanglampen pakken ook niet alles, dus iedere waarneming telt. De beelden helpen onze scouts om in een eerder stadium gericht naar eieren, rupsen en vraatschade te zoeken. Dat blijkt goed te werken, als je de grafieken analyseert.”
“Deze feedback krijgen we inmiddels van veel kanten”, merkt Bram Tijmons op. “PATS-C is een verrijking van het scoutinginstrumentarium en laat bestrijdingsstrategieën beter functioneren. In de gerberateelt alleen is het nu op zo’n twintig bedrijven in gebruik.”
Bt’s tegen jonge rupsen
Technisch adviseur Aron Boerefijn is er blij mee. “Bij middelen op basis van Bacillus thuringiensis, zoals CoStar en Turex, is het van belang om tijdig te starten. Deze geven immers het beste resultaat bij een lage plaagdruk en wanneer de rupsen nog jong zijn. Het camerasysteem helpt om motten eerder te signaleren en de overige scoutinginstrumenten scherp te stellen. Dat is dus winst.”
Bt’s werken als maaggif. Om effectief te zijn, moeten de rupsen er voldoende van binnenkrijgen. Bij kleine, jonge rupsen is dat doorgaans eerder het geval dan bij grote, oudere rupsen. Boerefijn: “Bt’s worden niet opgenomen door het gewas. Een goede bladbedekking en herhaalde toepassingen zijn noodzakelijk om het gewas voldoende te beschermen en rupsen goed te bestrijden..”
Dicht of open gewas
“Een goede spuittechniek en een goede gewasbedekking zijn inderdaad nodig, maar in een dicht gerberagewas niet gemakkelijk te realiseren”, zegt Erik Mooij. “Dat verklaart naar mijn idee in elk geval voor een deel waarom de bestrijdingsresultaten soms tegenvallen. In gerbera boeken we de beste resultaten door verschillende middelen in te zetten. In een jong, open gewas zie ik een goede rol weggelegd voor Bt’s. Dan kun je namelijk een goede bladbedekking realiseren. De rupsen moeten ook voldoende actief zijn. Dat zijn ze vooral in het latere voorjaar en de zomer. Combinaties met anders werkende middelen kunnen het resultaat nog verbeteren.”
Snellere en sterkere afname
Wat voor Mooij als een paal boven water staat, is dat PATS-C waarde toevoegt. “Ik zie het bij al mijn klanten die dit systeem gebruiken”, zegt de onafhankelijke gewasbeschermingsadviseur. “En als aanvulling op de andere instrumenten helpt het mij ook bij het monitoren van populaties en het finetunen van de strategie. Dankzij de camerabeelden zijn we eerder geïnformeerd, kunnen we gerichter zoeken in het gewas en kunnen we de bespuitingen beter timen. Dat zien we bij de tellingen terug in een snellere en sterkere afname van waargenomen motten, in een structureel verlaagde plaagdruk en in minder schade door rupsenvraat.”
Effectiever roeien
Oudijk knikt bevestigend. “Dat is precies zoals ik het ervaar. Hebben we de rupsen nu volledig onder controle? Nee, zeker niet. Maar wel beter dan zonder camera’s het geval zou zijn. We roeien nog steeds met de riemen we al hadden. Het verschil is dat we die riemen nu effectiever gebruiken en beter op koers kunnen blijven.”
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.